Werken kunnen al beginnen in 2018-2019
‘Het moet vooruitgaan, het heeft al veel te lang geduurd.’ Een terechte bekommernis van velen. Gelukkig hoeft de uitvoering van de volledige Ringland-overkapping , in combinatie met een meer noordelijke derde Scheldekruising, geen tijdverlies op te leveren. Integendeel, het is de snelste weg naar realisatie.
Ringland krijgt geregeld de vraag of een keuze voor een volledige overkapping niet opnieuw veel tijdverlies met zich mee zou brengen. Zijn er geen nieuwe procedures vereist en hoe lang zullen die dan duren? Dat valt mee. Zo mogen we, na overleg met de diensten van de Vlaamse Gemeenschap, verantwoordelijk voor zowel de milieueffectenrapporten (MER) als voor ‘complexe projecten’, besluiten dat de werken voor de overkapping effectief kunnen beginnen in 2018-2019. We zetten de procedures op een rij.
MER
Ringland wordt al onderzocht als alternatief tracé in de MER-studie A102/R11bis. De eerste resultaten van dat rapport worden verwacht in de loop van dit voorjaar. Die procedure hoeft dus niet opnieuw te worden opgezet. Het MER-rapport is wel beperkt tot het ‘beslist beleid’, met de Oosterweel-verbinding op het BAM-tracé als uitgangspunt. Er is geen afzonderlijke doorrekening gemaakt van het hele Ringland-concept. De wel doorgevoerde doorrekeningen zullen dan ook een vertekend beeld opleveren. Voorts beperkt de MER-studie zich voorlopig tot het aspect mobiliteit. De impact op de leefbaarheid, de gezondheid, het milieu en de stadsontwikkeling zijn nog niet onderzocht, terwijl Ringland net daar een extra groot verschil maakt. Met een afzonderlijke doorrekening van het Ringland-mobiliteitsconcept moet de MER-studie A102/R11bis alleszins afgerond kunnen worden tegen eind 2016. De project-MER die daarop volgt, kan in principe ook in één jaar tijd worden opgemaakt, dus tegen eind 2017. Dat moet kunnen omdat de Ringland-plannen al vrij concreet zijn uitgewerkt en de impact ervan op de omgeving alvast overduidelijk is.
GEEN NIEUW GRUP VOOR INFRASTRUCTUUR
De reorganisatie en heraanleg van de Antwerpse Ring vergen voorts geen bijkomende opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP). Het gewestplan ziet die strook namelijk al als ‘weginfrastructuur in een groen kader’. De bouwaanvraag voor de volledige overkapping kan dus vrij snel opstarten. De reorganisatie en heraanleg van de Antwerpse Ring vergen voorts geen bijkomende opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP). Het gewestplan ziet die strook namelijk al als ‘weginfrastructuur in een groen kader’. De bouwaanvraag voor de volledige overkapping kan dus vrij snel opstarten. Met andere woorden, als de regering morgen zou kiezen voor de volledige overkapping, kan de tijd die nog nodig is om de MER-procedure af te ronden ook gebruikt worden voor de technische uitwerking en verfijning van het ontwerp. Tegelijkertijd kan dan de fasering van de uitvoering op punt worden gesteld, zodat het verkeer op de Ring tijdens de werken niet hoeft te worden stilgelegd. Zo kunnen de grondige herstructurering én de volledige overkapping in principe al van start gaan in de loop van 2018-2019.
GRUP VOOR STADSONTWIKKELING
Voor de stadsontwikkeling boven op Ringland is wel een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan nodig. Het voorstel van overkappingsintendant Alexander D’Hooghe om in de tweede fase van zijn mandaat, in 2017, over te gaan tot participatieve ontwerpprocessen voor delen van de Ringzone (lees pagina 10), kan daarvoor de basis vormen. Maar ook die procedure betekent geen tijdverlies, want de ontwikkeling van die zones kan toch pas beginnen nadat de werken aan de Ring zo goed als achter de rug zijn (2024-2025). Projecten zoals Nieuw-Zurenborg of de vernieuwing van de Centers in Borgerhout kunnen wel al eerder uitgewerkt worden.
DECREET COMPLEXE PROJECTEN
De Vlaamse regering heeft het ‘decreet complexe projecten’ in het leven geroepen voor een vlottere afhandeling van omvangrijke dossiers. Het belangrijkste aandachtspunt is het breed maatschappelijk draagvlak, van bij de aanvang. Dat moet zich ook politiek vertalen, want dergelijke projecten moeten standhouden over coalities, legislaturen en bestuursniveaus heen. Ringland biedt daartoe alle garanties. Uit peilingen blijkt dat meer dan 60 procent van de Antwerpenaren gewonnen is voor de volledige overkapping. Nu de politiek nog. Voor het Oosterweeldossier daarentegen is het de afgelopen 15 jaar niet gelukt een breed draagvlak te vinden. Het referendum in 2009 en de klacht bij de Raad van State zijn het meest markant. Maar ook het politieke draagvlak is niet overeind gebleven. Alle politieke partijen hebben zich intussen wel resoluut uitgesproken voor een maximale overkapping. De enige vragen die nog overblijven zijn de omvang van die overkapping en vooral de tijd en middelen die nodig zijn. Ringland heeft al een fasering van de realisatie uitgewerkt (lees pagina 4). Studies hebben ook al aangetoond dat de volledige overkapping betaalbaar is via rekeningrijden, een concept waarvan stilaan iedereen beseft dat het onontbeerlijk is voor een goede verkeerssturing.
AMBITIENOTA INTENDANT
Ondertussen werkt intendant Alexander D’Hooghe tegen het najaar van 2016 een ambitienota uit. Het studiewerk van de afgelopen jaren, zowel van Ringland als van andere groepen, maakt dat hij niet hoeft te beginnen met een wit blad. Volgens Ringland is het dan ook een gemiste kans dat de aanstelling van de intendant niet opgevat is als de ‘startbeslissing’ binnen de ‘procedure complexe projecten’, die voorziet in verschillende stappen. Zijn ambitienota had dan al als ‘synthesenota met voorkeursbesluit’ kunnen gelden. Het had de totale doorlooptijd van de procedure gevoelig kunnen inkorten. Misschien kan dat nog met terugwerkende kracht? Dan kan de uitvoering zoals gezegd al van start gaan in 2018-2019. Als die nota of dat voorkeursbesluit bovendien niet alleen wordt goedgekeurd door de regering maar ook door een ruime meerderheid in het Vlaams Parlement, zou een breed politiek draagvlak gecreëerd worden, een noodzakelijke basis voor een vlotte realisatie de komende tien jaar.
DERDE SCHELDEKRUISING
Ringland heeft van meet af aan de prioriteit bepleit van de reorganisatie en de overkapping van de Ring, vóór de aanleg van een bijkomende Scheldekruising. Samen met de beslissing eerst de overkapping te realiseren kan de derde oeververbinding meer naar het noorden opschuiven. Ook voor die Scheldekruising zijn al veel procedures doorlopen. Die kunnen deels worden gerecupereerd. De bouw kan dan gepland worden vanaf 2020, parallel met de overkapping en aansluitend op de aanleg van de A102 van Wommelgem tot Ekeren.
Peter VERMEULEN
Projectverantwoordelijke Ringland
Bron: Ringland-krant, april 2016