Nieuwe voorzitter Louis Kuitenbrouwer: ‘De steun van de publieke opinie is onze kracht’

vrijdag 27 september 2024

Ringland heeft een nieuwe voorzitter! Tijdens onze Roma-avond op 1 oktober neemt Louis Kuitenbrouwer de fakkel over van Pol van Steenvoort, die de voorbije 10 jaar behoorlijk wat gerealiseerd heeft met onze burgerbeweging. ‘Grote schoenen om te vullen’, beseft Louis. ‘Zeker is dat ik de lijnen die het voorbije decennium door Ringland werden uitgezet verder wil doortrekken.’ Welke lijnen dat zijn en hoe hij dat wil doen, vertelt hij hier graag. Hij begint alvast niet onvoorbereid aan dit uitdagende mandaat.

Ringland staat al heel lang op mijn radar, al sinds de oprichting 10 jaar geleden. Ik herinner mij het bierkaartje van Peter Vermeulen nog, met het idee van de gescheiden verkeersstromen en de overkapping erbovenop. Ik vond dat idee van bij het begin erg elegant. De Ring werd in de jaren 60 aangelegd in de oude fortengordel rond Antwerpen. Ik kom zelf uit de bouwwereld – die grachtengordel overkappen is bouwtechnisch eigenlijk niet zo moeilijk. Ik heb daar zelf ervaring mee, omdat ik 15 jaar bij Bekaert werkte als bouwkundig ingenieur en projectmanager. Zo was ik vaak betrokken bij projecten voor ondertunneling, zoals de stadsvernieuwing in Boston en Singapore, hydro-elektrische centrales in China, mijnbouw in Canada en in Australië. Door de Ring te overkappen geef je de stad terug aan haar bewoners en de mensen die er werken.

Het bierkaartje.

Na de ondertekening van het Toekomstverbond besliste Ringland samen met stRaten-generaal en Ademloos om zich te engageren in een co-creatieve, constructieve samenwerking. Samenwerken behoort tot de kern van Ringland. Dat betekent dat je samen aan tafel zit, dat je je zeg kan doen en dat er naar je geluisterd wordt. Maar dat betekent eveneens dat je zelf ook open staat voor de argumenten van mensen met andere achtergronden. Als alles gebouwd zal zijn en als die overkapping er over pakweg 10 jaar ligt en als al dat groen begint te groeien, gaan er heel veel mensen heel gelukkig zijn in de stad. De komende jaren wil ik daar als voorzitter van Ringland mee mijn schouders onder zetten.

Al veel gerealiseerd

Sinds een jaar of drie engageer ik me in de werkgroep Politiek van Ringland, om goede contacten te onderhouden met politici. Twee keer per jaar vindt in het Vlaamse Parlement een voortgangsrapportage plaats over het Toekomstverbond. Dan krijgen de parlementsleden een stand van zaken van de minister van Mobiliteit, de intendant, het Rekenhof, Agentschap Wegen en Verkeer, Lantis, enzovoort. Wij nemen vooraf altijd contact met alle betrokken politici om ze onze evaluaties en bedenkingen voor te leggen en om vragen door te geven waarop wij hopen een antwoord op te krijgen. Die werkwijze leverde ons heel wat positieve contacten op met alle democratische partijen. 
 

Dit jaar schreven we in aanloop naar de Vlaamse verkiezingen en vervolgens de lokale verkiezingen ook een memorandum. Alle partijen waren prominent aanwezig op onze Wij kiezen Ringland-parade in mei op de Groenplaats. Daar betuigden ze hun steun aan het Toekomstverbond. Ze waren het roerend eens over de overkapping, willen investeren in de modal shift en steunen volop de burgerparticipatie en dus ook Ringland. Die filmpjes leverden onze erg relevante getuigenissen en steun op. 

Inmiddels is er een wissel van de wacht geweest in het Vlaams Parlement. We zullen in de komende periode dus heel wat nieuwe contacten moeten opbouwen, maar dat zal wel lukken. Overigens zijn de Antwerpse kopstukken uitgenodigd om tijdens onze Roma-avond met elkaar in debat te gaan over de verdere uitrol van het Toekomstverbond. 

Dat we impact hebben staat buiten kijf. Maar de echte impact van Ringland zal uiteraard pas zichtbaar zijn wanneer de Ring wel degelijk volledig overkapt is, en dat is zeker nog niet verworven. Er is nog véél werk aan de winkel, we zijn er nog lang niet.

Volledige overkapping van de vollledige Ring

Als nieuwe voorzitter van Ringland wil ik blijven ijveren voor de volledige overkapping van de volledige Ring. Ik besef uiteraard dat er tal van praktische bezwaren zijn. Denk maar aan de tunnelveiligheid en het probleem van de gaten in de overkapping. We zijn het als burgerbeweging echter aan onszelf verplicht om te blijven pleiten voor de volledige overkapping van de volledige Ring. Ik wil onze naïviteit daarin handhaven. Het is aan andere actoren om aan te geven waarom dat hier en daar niet gaat. Wij zullen dan telkens opnieuw alternatieve oplossingen proberen aan te reiken. 

Een van de sterktes van Ringland is immers dat wij veel expertise in huis hebben en een beroep kunnen doen op een schare aan deskundigen. Een goed voorbeeld daarvan zijn de aanpassingen in de plannen voor de noordelijk Ring. Dankzij de voorstellen van Ringland wordt die aanleg goedkoper, met bovendien een extra ringpark Groen Hart, een vergroting van het ringpark Schijn, en de omkering van het kruispunt aan de Groenendaallaan, met een park er overheen. Bovendien dwongen we af dat die overkappingen samen met de Oosterweelwerken zullen worden aangelegd, en niet pas over 10 jaar.
 

Halfvol of halfleeg

Anderzijds is het een feit dat die noordelijke Ring slechts voor twee derde overkapt wordt, wat intern ook de vraag opriep of daarmee het glas voor ons halfvol dan wel halfleeg was. Wilden wij boos weglopen omdat de R1-Noord Noord niet volledig overkapt wordt, of erkennen we dat er eigenlijk heel veel bereikt is? Durven we te zeggen dat dat zonder ons nooit gerealiseerd zou zijn? 10 jaar na het bierkaartje wordt dit nu in grote mate daadwerkelijk gerealiseerd. De plannen zijn er, de financiering is er, de uitvoering is bezig. Dat is toch een fantastisch resultaat waar je als burgerbeweging trots op kan zijn! 
 

Sinds het afsluiten van het Toekomstverbond is er veel tijd en energie gegaan naar de werkbanken en de co-creatie. Het basismodel van die samenwerking verloopt goed, al zijn we al langer vragende partij om het overleg beter te structureren. Achteraf bekeken hadden een aantal zaken zeker ook anders gekund, maar de realiteit is dat je met heel wat partners aan tafel zit, ook met partners die er soms anders over denken. Hopelijk leren we met zijn allen uit de ervaringen met de noordelijke Ring. Daarbij moeten we onze rol in het overleg rond de zuidelijke Ring ten volle spelen om tijdig bij te sturen en te optimaliseren.

Eerstvolgende uitdaging

De overkapping van de zuidelijke Ring is immers de eerstvolgende grote uitdaging waar we voor staan. Daarvoor moet nog heel veel afgesproken en gepland worden. Op dit moment liggen er al voorstellen op tafel over het stuk van de Knoop Oost in Borgerhout tot de Plantin en Moretuslei. Wat de andere stukken van de Ring betreft, bijvoorbeeld de zone rond station Berchem, zijn er al wel een aantal ideeën en voorontwerpen, maar de overkapping is daar nog niet grondig onderzocht. Ook de overkapping van de E313 aan de Tuinwijk en verder wordt inmiddels grondig bekeken, maar knopen zijn daar alleszins nog niet doorgehakt. Ook de keuze voor vier aparte tunnels voor doorgaand en lokaal verkeer, dan wel de optie voor gemengd verkeer, is nog niet afgeklopt. Daarbij worden afwegingen gemaakt tussen kostprijs, verkeersveiligheid, doorstroming, leefbaarheidswinst, enzovoort. Wij pleiten er al langer voor dat dat grondig onderzocht wordt.

Waar men wel ver gevorderd is, is het ontwerp voor de heraanleg van de omgeving van de Spaghettiknoop op het Zuid, met inbegrip van de verdere overkapping van de hele Jan De Voslei. Maar de overkapping van de Ring zelf ter hoogte van de verkeerswisselaar is daarin niet inbegrepen, dat heeft men zelfs niet onderzocht. Dat vind ik een goed voorbeeld waarbij Ringland als burgerbeweging moet blijven streven om dat wél te overkappen. Dat behoort tot de afspraken van het Toekomstverbond. Ik begrijp niet goed dat niemand daar tot nu toe werk van gemaakt heeft. Over het huidige ontwerp van de Spaghettiknoop hoor ik vaak positieve signalen, wat uiteraard goed is. Als je de Ring daar overkapt, wordt het natuurlijk nog veel beter. Daar is ruimte voor een groot park. Dat dat nog altijd niet onderzocht is, is toch uiterst jammer!

Modal shift

Wat de modal shift betreft, is er de voorbije 5 jaar veel te weinig gebeurd. Er wordt veel meer gefietst, dat wel, en de fietsinfrastructuur is meestal gevolgd. Maar met name het openbaar vervoer blijft een heel groot pijnpunt. Er werd vaak naast elkaar gewerkt, vaak ook met te weinig expertise en te weinig onderlinge verbinding. Er is veel tijd verloren. Sinds ongeveer anderhalf jaar begint dat stilaan te keren, mede onder impuls van stRaten-generaal en nadien ook de Modal Shift Coalitie die 36 actiegroepen en burgerinitiatieven uit de vervoersregio verenigt. Of er daadwerkelijk verdere vooruitgang geboekt zal worden ten bate van voetgangers, fietsers en openbaar vervoer zal in grote mate afhangen van de plannen van de nieuwe Vlaamse regering. Dat valt voorlopig nog af te wachten.

In Antwerpen wordt inmiddels alvast een aantal stappen gezet. Zo besliste het politiek stuurcomité van het Toekomstverbond om te investeren in drie nieuwe tramlijnen in Antwerpen en in het Ringspoor. Onder de vleugels van de intendant worden in het kader van de vervoerregio ook stappen gezet om tot meer coördinatie en afstemming te komen en de modal shift meer gestalte te geven. Voor mij is het duidelijk dat daar extra middelen voor nodig zijn. Met alleen efficiëntiewinst zal je die niet waarmaken. Positief is alleszins dat de Vivaldi-regering voor de komende 10 jaar extra middelen heeft voorzien voor de NMBS. Jammer genoeg zit daar vertraging op omdat de NMBS blijkbaar operationeel niet kan volgen. Voor De Lijn is nog niet voorzien in die extra middelen. Daar moet de nieuwe Vlaamse regering over beslissen. De extra middelen die De Lijn de voorbije jaren kreeg, waren voor de exploitatiekosten, maar niet voor de investeringen. En als je niet investeert, veroudert alles vanzelf, met alle gevolgen van dien.

Vrijwilligers 

Ringland draait op vrijwilligers. Het is een belangrijke uitdaging om die telkens weer te blijven mobiliseren om al dat werk te doen. Vinden we er voldoende? Hebben ze de juiste expertise? In welke mate willen ze zich engageren? Of hebben we op termijn nood aan meer betaalde krachten? Ringland verzet ontzettend veel werk met al bij al weinig middelen. Al jaren kunnen we steunen op de enorme inzet van onze twee halftijdse medewerkers, Veerle en Christophe, bij de communicatie en coördinatie van onze interne en externe werking. Wat extra middelen om de expertise en de werking nog beter te ondersteunen, zou sowieso een goede zaak zijn.

Nieuwe vrijwilligers aantrekken is overigens niet zo simpel. Ik ken behoorlijk wat jonge mensen, dertigers en veertigers, die erg geëngageerd zijn en zich willen inzetten voor een betere samenleving. Maar dat wil niet zeggen dat zij voortdurend willen vergaderen en actievoeren, daar hebben ze ook vaak de tijd niet voor. Toch zou ik die generatie willen blijven aantrekken, binnen de marges van wat voor hen mogelijk is. Onze stuurgroep bestaat uit een 30-tal vrijwilligers die de strategische keuzes maken en de richting bepalen waar Ringland naartoe gaat. Die groep wil ik stilaan verjongen, liefst met een engagement op iets langere termijn. Zij moeten niet het dagelijkse werk doen. Dat doen onze betaalde krachten en een grote groep jong-gepensioneerden. Maar om een breed draagvlak te blijven hebben, moeten we blijvend jongere mensen kunnen aantrekken.

Vinger aan de pols houden

Het Toekomstverbond was een grote overwinning van de burgerbewegingen voor alle Antwerpenaars, voor de leefbaarheid van de stad, de gezondheid van iedereen, en ook voor de mobiliteit. Daar hebben we toen behoorlijk wat actie voor gevoerd. Het risico vandaag is dat een groot deel van de publieke opinie nu denkt: het is geregeld. Terwijl we binnenskamers en achter de schermen elke dag vaststellen dat het helemáál niet geregeld is. Het is echt nodig dat wij dat gigantische project van dichtbij blijven volgen, dat we commentaar blijven geven, voorstellen doen, besluiten nakijken, de vinger aan de pols houden. Dat kunnen we.

We slagen er ook in om alle betrokken partners bij de les te houden, permanent aanwezig te zijn bij de co-creatie, er zelf mee voor te zorgen dat er in de goede richting verder gewerkt wordt. We hebben als Ringland ook het krediet en de geloofwaardigheid aan tafel om onze rol te spelen. Maar de keerzijde daarvan is dus dat het grote publiek denkt dat het allemaal vanzelf in orde komt, en dat is niet zo. Wij kunnen het ons bovendien niet permitteren dat de publieke opinie afhaakt, zelfs al is dat vanuit het positieve idee dat ze ons vertrouwen en zich geen zorgen meer hoeven te maken. Als je aan beleidsbeïnvloeding wil doen, moet je immers blijven aantonen dat je grote groepen mensen vertegenwoordigt. Ik twijfel er niet aan dat we die steun hebben, maar ik stel wel vast dat nogal wat mensen verrast reageren als ik ze vertel dat we er nog lang niet zijn.

Merkwaardige paradox

Bovendien is het niet altijd makkelijk om mensen te zeggen: ‘Alles loopt goed, maar blijf ons toch steunen voor het geval het fout zou gaan’. Het is veel makkelijker te zeggen: ‘Het loopt fout, ga mee de straat op om te protesteren’. Als het nodig is, zullen we dat overigens blijven doen. Maar op dit moment zitten we eerder in de merkwaardige paradox dat hoe beter je je best doet om alles goed te doen lopen, hoe minder mensen zich geneigd voelen om zich actief te engageren. Want alles loopt toch goed?

We moeten blijven nadenken hoe we ons als beweging tot de publieke opinie richten. Neem het gebruik van sociale media. Als je dat goed wil doen, moet je daar veel tijd in steken. Je moet dat ook kennen en kunnen, anders loont dat niet. In de beginperiode van Ringland draaide dat geweldig, maar zo’n dynamiek kan je niet blijven volhouden. Dus moeten we ons afvragen hoe we daar vandaag mee omgaan – en dat moet meer zijn dan hartjes en duimpjes op Instagram. We zullen er hoe dan ook werk van blijven maken om die mobilisatie en steun vanuit de publieke opinie verder zichtbaar te maken.
 

Taak als voorzitter

Ringland is een brede beweging met heel veel actieve leden. Als voorzitter wordt mijn eerste taak ervoor zorgen dat Ringland als organisatie gezond kan draaien. Ik wil erop letten dat de rekeningen kloppen en dat alles gefinancierd is, alsook dat in alle werkgroepen de nodige competentie en aansturing aanwezig zijn. 

Vervolgens wil ik erover waken dat we als Ringland onze rol in het netwerk van stakeholders kunnen blijven vervullen. Ten eerste is er de expertise van onze Ringland Academie, indien nodig aangevuld met externe deskundigen of extra onderzoek. Ten tweede is er onze verbindende rol. Bij grote projecten met veel belanghebbende partners bestaat altijd het risico dat er naast elkaar gewerkt wordt. Je moet dus continu aanwezig zijn en ervoor zorgen dat alle puzzelstukjes in elkaar passen. Ik stel vast dat Ringland in het kader van het Toekomstverbond constructieve contacten onderhoud met alle partners. Dat is een sterkte, die echter ook veel inzet vergt.

In gesprek gaan

De voorbije jaren had ik vooral contact met mensen van binnen de beweging. Als voorzitter zal ik me vaker naar buiten moeten richten en ook met andere stakeholders in gesprek moeten gaan. Daarbij wil ik zeker niet voortdurend op het voorplan staan – dat is de rol van Peter Vermeulen, hij is het gezicht van de beweging. 

Ik wil vooral ook erg zorgvuldig omgaan met de tijd die onze vrijwilligers in onze beweging steken. We moeten vermijden dat ze ‘opbranden’. We hebben ontzettend veel werkgroepen en overlegmomenten, wat telkens ook een duidelijke agenda en veel voorbereiding vergt. Ik wil die zorgvuldige manier van werken zeker voortzetten. Mijn voorganger Pol van Steenvoort is daar alleszins een stichtend voorbeeld. Hij zorgde voor een heldere werkingsstructuur, zonder daarbij zelf op het voorplan te treden. Hij was niet degene die top-down alles aanstuurde, maar wel degene die het kader creëerde om als burgerbeweging duidelijke lijnen te kunnen uitzetten. 

Alles wat ik nu vertel is gebaseerd op mijn ervaringen van de voorbije drie jaar en een aantal gesprekken met sleutelfiguren de voorbije drie maanden. Ongetwijfeld valt er nog veel te leren en zal ik een en ander moeten bijstellen. Ik denk wel dat ik daarbij kan bouwen op mijn achtergrond en mijn ervaring in het bedrijfsleven. Zeker is dat ik de lijnen die het voorbije decennium door Ringland werden uitgezet verder wil doortrekken.